De (on)zin en mogelijke risico's van het aanleggen van zogenaamde 'bitseats' bij paarden.

27 januari 2022

De (on)zin en mogelijke risico's van het aanleggen van zogenaamde 'bitseats' bij paarden.

Wat
Met 'bitseating' wordt het inkorten en afronden van de eerste kiezen (meer correct de 2e premolaar - triadan element .06) bedoeld. Dit kan gaan van louter het wegnemen van het normale reliëf op het kauwvlak van de kies tot - in vele gevallen - het wegnemen van het voorste gedeelte van de kies vanaf het slijmvlies tot aan het kauwoppervlak.

Waarom
Het idee achter het aanleggen van deze bitseats stamt uit de overtuiging dat dit rijtechnische problemen kan voorkomen en kan leiden tot een betere acceptatie van het bit. Door het creëren van een 'stoel voor het bit' zou het paard makkelijker worden in de aanleuning. Dit alles is echter sterk subjectief en elke wetenschappelijke basis voor deze praktijken ontbreekt. Het bit behoort zich bovendien niet op deze positie te bevinden. Gezien de risico's zou het geneeskundig basisprincipe 'first do not harm' moeten primeren.

Risico's
Het grootste risico bij het drastisch aanleggen van bitseats omvat schade aan het inwendige van de tand. De bloedvaten, zenuwen en bindweefselcellen die zich binnenin de tand bevinden worden afgeschermd door een laagje tandbeen (dentine). Wanneer deze laag wordt verwijderd, worden deze gevoelige structuren blootgesteld aan de buitenwereld. Dit kan leiden tot overgevoeligheid en pijn. Daarnaast kan de schade ernstig genoeg zijn waardoor het weefsel geheel of gedeeltelijk afsterft. Het verwijderen van orale flora en tandweefsel kan leiden tot binnendringen van bacteriën in de tand met de ontwikkeling van een tandabces als mogelijk gevolg.

Ook de hitte geproduceerd bij fors vijlen op een tand is in staat om zogenaamde thermische schade te creëren. Dit is de reden waarom onze eigen tandarts steeds met watergekoelde apparatuur aan het werk gaat in onze mond. Bijzonder dat dit in de paardengeneeskunde lang niet standaard is. 

Besluit

Het standaard en overdreven afronden van de eerste kiezen van het paard is ongewenst en potentieel gevaarlijk. Uiteraard zijn er specifieke condities waarin deze kiezen wel degelijk gecorrigeerd dienen te worden. Denk hierbij aan afwijkende kauwpatronen met de ontwikkeling van forse voorste haken. De behandeling van deze dient gefaseerd te gebeuren met respect voor de vitale structuren in de tand. Het minimaal wegnemen van scherpe glazuurpuntjes (1-2 mm) wordt niet beschouwd als het aanleggen van een bitseat en omvat nauwelijks risico's..

Illustratieve Case

Merrie - volbloed - 5,5 jaar oud.

Aangeboden vanwege rijtechnische problemen

Diagnose:
Postnormaal occlusiepatroon.
Slijmvliesletsels ter hoogte van 110/111 + 210/211
Bit/hoofdstel - geassocieerde letsels ter hoogte van de eerste kiezen (forse "bit-seats" werden in het verleden aangelegd)
Kiezen 306 en 406 vertonen dentine-defecten pulp exposure beide tanden (pulpa 6) + afwijkend dentine verschillende andere pulpahoornen + fistel mesio-linguale zijde van 406 + fistel mesio-buccale zijde 306.
Verhoogde mobiliteit van elementen 306 en 406.

Radiologisch onderzoek: Een röntgenologisch onderzoek (RX-onderzoek) werd uitgevoerd bij het paard. Volgende bevindingen zijn van belang:
Veranderingen van mesiale apex van tanden 306 en 406.
Geen tekenen van fluid lines / sinusitis.


Behandeling:

Het paard wordt verdoofd en krijgt injecteerbare ontstekingsremmers en antibiotica.

Er werden bij de behandeling van het paard 3 tanden (209, 306 en 406) via de mond getrokken. Dit is de minst invasieve techniek om een tand te verwijderen en kent dan ook de minste complicaties.
Orale extracties worden uitgevoerd op het staande paard na sedatie en lokale verdoving. De ingreep gebeurt dan ook zo pijnvrij mogelijk.

Het tandvlees werd rondom de tand losgeprepareerd, waarna met spreiders van verschillende dikte het periodontaal ligament werd opgerekt.
Met behulp van verschillende tangen en hevels werd de tand rondom zijn as geroteerd, waarbij geleidelijk een steeds grotere beweging mogelijk werd.
Na het plaatsen van een fulcrum (hevel) werd naast de louter roterende bewegingen ook een verticale tractie op de tand uitgeoefend, waardoor de tand uiteindelijk uit de alveole gelift kon worden.

De alveole werd gespoeld en gecuretteerd en gecontroleerd op achtergebleven fragmenten.
Coe Pack (periodontal dressing) werd gebruikt om de alveole tijdelijk af te sluiten om voedselimpactie te voorkomen.


{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x